Om de verdere werking van de molen te zien, moeten we afdalen naar de ondertoren. Daar zit onder op de koningsspil een wiel, het onderrondsel.
In een functionerende molen zet dit onderrondsel een groot verticaal wiel in beweging, het waterwiel. Dit wiel is zó groot, dat de ondertoren een kelder heeft. Het waterwiel is gemonteerd op een horizontale as, de wateras, die uit de ondertoren naar buiten loopt, naar het scheprad.
Buiten is de aanzet te zien tot het scheprad, het werktuig dat, via diverse tussenstations door de wind aangedreven, het water daadwerkelijk uit de polder slaat, het hoger gelegen boezemwater in.
Helaas is het scheprad van de Poldermolen Oudegein niet compleet. De schoepen ontbreken nog en de waterloop staat nergens mee in verbinding. Maar daar komt – vermoedelijk komend jaar – verandering in!